Posts Taged onderzoek-klantervaringen

Spijt aankoop onderzoek
Wat als… De rol van spijt bij beslissingsgedrag

Wat als… De rol van spijt bij beslissingsgedrag

Hoe belangrijk iets is beseffen we vaak pas als het te laat is. ‘You don’t know what you’ve got ‘till it’s gone’. Een goede kans laten lopen lijkt op het moment zelf soms niet eens zo heel erg. Totdat je beseft dat de kans voorgoed verkeken is. Dan baal je als een stekker…

Het lijkt een goede verkooptactiek om mensen hiervan doordrongen te laten zijn. Zo zag ik de afgelopen weken een reclame van een beleggingsproduct. Hierin werd verteld dat twintigers niet bezig zijn met beleggen, dertigers het te druk hebben voor beleggen en dat veertigers denken: “was ik maar eerder begonnen met beleggen”. Het idee lijkt om jongere generaties te laten beseffen dat ze zullen balen als een stekker als ze nu niks doen.

Inderdaad is het idee dat je spijt krijgt als je iets doet, heel erg motiverend. We vermijden spijt als de pest. Zo liet onderzoek zien, dat als mensen weten dat ze een product eerder veel goedkoper hadden kunnen krijgen, ze dit product later gaan vermijden. Bijvoorbeeld, je kunt een koffiezetapparaat met 10% krijgen, maar weet dat je eerder een aanbieding van 50% korting hebt gemist. Mensen laten de 10% korting dan liggen – wat op zich nog een goede korting is. De spijt die kleeft aan het product nu je weet dat het eerder veel goedkoper was, werkt als een speer. We vermijden spijt en alles waar spijt aan kleeft. Dus we vermijden producten die ons weer herinneren aan hoe stom we eerder zijn geweest.

De reclame van de beleggingsmaatschappij speelt ook in op het vermijden van spijt. Dit zou dus inderdaad kunnen werken. Wat de beleggingsmaatschappij doet is spijt plakken op het niet kopen van een beleggingsproduct. Spijt in de toekomst. Die twintigers zullen denken: als ik dit nu niet doe, krijg ik later onwijs veel spijt. Spijt vermijden we als de pest, dus zal de kans aanwezig zijn dat die twintigers nu meer actie ondernemen om die toekomstige spijt te vermijden.

Maar hoe zit dat met die dertigers en die veertigers…? Die hebben de kans al gemist. Die hadden veel meer vermogen kunnen opbouwen als ze tien, twintig jaar eerder waren begonnen met beleggen. Hoe zullen die zich voelen? De kans is aanwezig, dat de dertigers en veertigers die dit spotje horen spijt hebben geplakt aan het product nu. Ze zijn al te laat. Het had veel aantrekkelijker geweest als ze eerder waren begonnen. En dat hebben ze niet gedaan. Balen! Oftewel, spijt. Spijt vermijden we als de pest, dus de kans is aanwezig dat die dertigers en veertigers dat beleggen nog maar even laten zitten om niet herinnerd te worden aan wat een domme sukkels ze zijn geweest dat ze niet eerder waren begonnen.

Als de beleggers zich werkelijk alleen op de twintigers richten is dit een slimme zet. Maar wat als dit niet per se de bedoeling was en je als organisatie zo een grote groep potentiële klanten van je wegjaagt? Goed onderzoek naar het gedrag van je klanten (de motieven van je klanten, inzicht krijgen in wat hen beweegt of juist verstart) is van essentieel belang. Niet alleen om klanten aan je te binden, maar ook om niet onbedoeld klanten van je te weren.

Verwijzing: Van Putten, Zeelenberg, Van Dijk, & Tykocinski (2014). Inaction inertia. European Review of Social Psychology.

Read More
De ultieme vraag rond de Net Promotor Score die je óók zou moeten stellen
De ultieme vraag rond de Net Promotor Score die je óók zou moeten stellen

Ik hou van vragen. Ik hou van onderzoek. Het sijpelt door in mijn hele leven: ik analyseer tot ik een ons weeg. Zo ben ik er achter gekomen dat ik wél slechter slaap met een bak koffie achter mijn kiezen (in tegenstelling tot wat ik dacht), en heb ik menig Excel- en SPSS-sheetje op mijn naam staan. Ik koester een diepe liefde voor het ontdekken van wat er in ons omgaat. Immers, pas als je daarop zicht hebt, kun je er iets mee. Iets verbeteren bijvoorbeeld, zoals mijn slaap.

Menig directeur deelt deze mening. “We kunnen pas goed sturen als we weten hoe de klant ons ziet”, zeggen ze dan. En dat klopt. Ontelbaar veel bedrijven doen daarom al jaarlijks onderzoek, bijvoorbeeld naar de NPS: de Net Promotor Score. Daarmee weet heel het hip & happening bedrijfsleven door één simpele vraag het percentage promotors, passieven en tegenstanders in hun klantenkring. Wie namelijk zijn klantenkring een rapportcijfer laat geven op de volgende vraag, kan dat helder destilleren:

Hoe waarschijnlijk is het dat u, op een schaal van 0 tot 10, [bedrijf X] zal aanbevelen aan familie, vrienden of collega’s?

De Net Promotor Score is een simpele, doch zeer doeltreffende vorm van onderzoek waarmee je de vinger aan de pols houdt én zicht krijgt op toekomstig succes. Want de NPS vertelt niet alleen of alles op dit moment goed gaat, maar blijkt ook een goede voorspeller te zijn van toekomstig succes. Bij het stempel ‘kerngezond’ geeft men elkaar een schouderklopje en komt de uitslag met vlag en wimpel op de voorpagina van het relatiemagazine. Want de score van de NPS is goed. Bij een lichte verhoging – lees: lagere score van de Net Promotor Score – zie je ietwat paniek; meestal wordt er onderling wat naar elkaar gewezen, en het afgelopen jaar bestempeld als onrustig. “Logisch dat de klant dat heeft gemerkt.” De hobbels die zijn overwonnen worden nog even geprezen en daarna zal niemand er ooit nog over praten. Zodra de Net Promotor Score thermometer echter wijst op een ongezond bedrijf, gaat men letterlijk koortsachtig op zoek naar de oplossing: een kat in het nauw maakt rare sprongen. De directie schrikt zich een hoedje, managers worden ontslagen, bedrijfsprocessen moeten omgegooid. En dan blijkt een jaar later toch dat de score van de NPS niet is gestegen. Dat ligt dan aan het ‘onrustige’ jaar, zeker?

Een griepje vraagt om uitrusten, een agressieve bacterie om antibiotica.

Het is eigenlijk gek dat één zo’n simpele vraag zoals de Net Promotor Score zoveel impact heeft. Ik sta helemaal achter de NPS hoor: zoals ik zei, het is een goede ‘thermometer’. Maar net zoals bij een thermometer meet je alleen de ernst van de situatie. Niét de oorzaak. Heb je soms een griepje opgelopen? Dan moet je vooral uitrusten. Heb je een agressieve bacterie binnengehaald? Dan werkt een antibioticakuur het beste. Pas na een heldere diagnose, kun je correct handelen.

‘Hoe de klant ons ziet’ zou wat mij betreft dus verder moeten gaan dan alleen het meten van de ernst van de situatie. Je moet diepgaand inzicht in de klant krijgen: je moet een diagnose stellen. En hier komt kwalitatief onderzoek om de hoek kijken. De verdieping waar je naar op zoek bent, ligt namelijk vaak in het antwoord op de ultieme vraag. De vraag der vragen. De vraag die je niet met een cijfermatig antwoord kunt beantwoorden, maar die wél veel te maken heeft met de NPS. Die vraag is het best te beantwoorden in het een-op-een gesprek, een diepte interview waarin de onderste steen boven gaat. De ultieme vraag is dan ook niet, hoe beoordeel je ons? De ultieme vraag is:

Wat moet [bedrijf X] volgens jou veranderen of verbeteren om de volgende keer van jou een 10 te krijgen?

Je zult zien dat deze vraag zorgt voor een heldere diagnose, en dus een leidraad is voor de toekomstige koers van jouw bedrijf. En de allerbelangrijkste les daarbij is: vráág het gewoon. Face to face, middels kwalitatief onderzoek. Je zult versteld staan van hoe graag jouw klanten je willen helpen.

Read More